DGZ meldt deze zomer een opvallend hoog aantal meldingen van blauwalgen te krijgen. Deze microscopisch kleine bacteriën – officieel cyanobacteriën genoemd – kunnen ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken bij mens én dier. Om aanwezigheid van blauwalg uit te sluiten, adviseert DGZ het drinkwater te laten onderzoeken.
Blauwalgen komen van nature voor in stilstaand of traag stromend water. Bij warm weer (boven de 20-25 graden Celsius), veel zonlicht en een overvloed aan voedingsstoffen zoals stikstof en fosfor, kan hun aantal razendsnel toenemen. Met de voorspelde temperatuurstijging in de komende weken verwacht DGZ dat er opnieuw meer gevallen zullen opduiken in drinkbakken en poelen.
Giftige stoffen
De bacteriën produceren giftige stoffen, waaronder microcystines, die schadelijk zijn voor zowel dieren als mensen. Honden, runderen, paarden en kleine herkauwers die drinken uit besmet water lopen risico op vergiftiging. Voor mensen kan contact met besmet water leiden tot huiduitslag, oogirritatie, misselijkheid, diarree en ademhalingsproblemen.
Controleer regelmatig, ververs waar nodig
DGZ adviseert in warme perioden regelmatig de drinkbakken en poelen te controleren op afwijkende kleuren of een drijvende blauwgroene laag. Vermijd dat dieren toegang hebben tot water dat mogelijk besmet is, en ververs het water tijdig. Wie snel zekerheid wil over de aanwezigheid van blauwalgen, kan een waterstaal laten onderzoeken door DGZ; een monsternemer kan ter plaatse een controle uitvoeren.
Zo herkent u blauwalgen
Kleur: vaak blauwgroen, soms roodbruin of groen.
Uiterlijk: dunne laag op het water, lijkt op verf- of olievlekken.
Geur: muffe, rottige of aardachtige geur.
Waar komt het voor: meestal stilstaand of traag stromend, vooral bij warm weer.
Let op: ook als het water er weer schoon uitziet, kunnen de gifstoffen nog aanwezig zijn.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: beeldarchief Prosu BV




