Vlaamse melkveehouders tonen zich bereid om hun uitstoot te verlagen, maar botsen steeds vaker op juridische muren. De discussie rond de erkenning van het Lely Sphere-systeem legt een dieper probleem bloot: het gebrek aan vertrouwen en werkbaar overleg tussen landbouw en natuur.
“Op den duur begin je je af te vragen waarin we wél nog kunnen investeren. Het systeem werkt bij ons. Is het belangrijkste niet dat de ammoniakuitstoot afneemt?” De verzuchting van melkveehouder Geert Vandenbussche in ‘De Standaard’ afgelopen week raakt de kern van het stikstofdebat. Terwijl landbouwers bereid zijn om hun uitstoot verder te verlagen, zien ze hun inspanningen steeds opnieuw onderuitgehaald worden door juridische procedures en aanhoudende onzekerheid.
Rechtszaken brengen geen duidelijkheid
De stap van Bond Beter Leefmilieu (BBL) en vzw Dryade naar de Raad van State om de erkenning van het Lely Sphere-systeem te vernietigen, zorgt opnieuw voor onrust in de sector. Dit systeem, dat meststromen scheidt en ammoniak uit stallucht opvangt en omzet in een circulaire meststof, werd in Vlaanderen erkend als emissiereducerende techniek met een reductiefactor van 77 procent.
Volgens de milieuorganisaties is het bewijs onvoldoende dat deze prestaties ook onder Vlaamse praktijkomstandigheden haalbaar zijn. Zij wijzen bovendien op vermeende juridische tekortkomingen in de erkenningsprocedure. Maar die aanpak dreigt vooral de landbouwers te raken die al stappen zetten richting verduurzaming.
“Overleg levert meer op dan procederen”
“Als BBL en Dryade het écht goed menen met de landbouw én met de natuur, dan ligt de oplossing niet in de rechtbank, maar aan de overlegtafel,” klinkt het bij sectororganisatie Fedagrim. “Samenwerken aan verbeteringen biedt veel meer perspectief dan rechtszaken die enkel extra onzekerheid en frustratie veroorzaken bij wie wél vooruit wil.”
Ook de verwijzing van milieuorganisaties naar een mogelijke erkenning als proeftechniek biedt volgens Fedagrim weinig zekerheid. Zo’n erkenning levert geen officiële reductiewaarde op richting 2030 en dus ook geen garantie dat investeringen later meetellen in de stikstofdoelstellingen. “Wie vandaag durft te investeren in innovatieve technieken, verdient vertrouwen,” aldus Fedagrim. “De regeling rond testtechnieken moet dringend verbeterd worden, zodat voorlopige reducties erkend kunnen worden zolang de techniek aantoonbaar werkt in de praktijk.”
Naar een landbouw-natuurvredesakkoord
Wat nu volgens Fedagrim nodig is, is een constructief overleg tussen natuur- en landbouworganisaties. Een overleg dat inzet op een snel en werkbaar kader waarmee landbouwers hun reducties kunnen halen op een manier die past bij hun bedrijf: via een kleinere veestapel, technologische innovaties of een combinatie van beide. Een soort ‘landbouw-natuurvredesakkoord’ zou de impasse kunnen doorbreken: een afspraak dat partijen niet langer blijven procederen, maar samen bouwen aan oplossingen. Alleen zo kan de sector met vertrouwen blijven investeren in technieken die goed zijn voor mens, dier én milieu.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Lely




